background behind the bits 2In 2006 ben ik gestart met mijn eigen webstek; Bitsonbirds.nl. In de vorm van een niet dagelijks dagboek beschreef ik mijn vogelavonturen. In de loop van de jaren heb ik mijn webstekje steeds weer laten veranderen. Vaak ging dat samen met weer een nieuw of ge-update content-management systeem. momenteel probeer ik Bitsonbirds.nl dynamisch te maken door middel van PHP en MySQL

Behind Bitsonbirds

De drijvende kracht achter Bitsonbirds.nl, dat ben ik, Dirk Vogt. Ik ben geboren in Groningen in 1966, getrouwd met Ellen en vader van Rianne (2000) en Frank (2004). Ik ben opgeleid tot Bioloog, maar ik ben nooit als zodanig werkzaam geweest. Momenteel werk ik als teammanager bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland.

Wat drijft mij?

Dat vogels mij zouden grijpen had mijn leraar van de 4e klas lagere school (1975) al snel in de gaten. In mijn rapport schreef hij de bijna profetische opmerking: “Dirk ziet alle vogeltjes vliegen”. Dit was vast niet onverdeeld positief bedoeld, maar ik ben er na al die jaren nog steeds trots op…

Sinds het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw is vogels kijken langzaam een vast onderdeel in mijn leven geworden. In die tijd keek ik voornamelijk vogels in en om Roden, waar ik ben opgegroeid. Met een bejaarde 8x40 kijker en een oude “Peterson” struinde ik door het Mensinghebos en verkleumde ik in “De Bolmert”. Heerlijk was dat, kijkend naar Aalscholvers op het Leekstermeer, wat toen nog best bijzonder was, droomde ik van de ontdekking van exotische dwaalgasten. Het bijhouden van lijsten was toen nog geen item. Ik heb dus nooit de datum (zelfs niet het jaar) kunnen achterhalen dat ik een drietal Notenkrakers ontdekte in het Hullenbosje in Roden. Ik zal denk ik een jaar of 14 zijn geweest.

Mijn vogelkennis en daarmee ook mijn vogelpassie werd vanaf die tijd geleidelijk uitgebreid doordat ik steeds vaker mee ging met twee “oude rotten” in de vogelwereld; Koen Vogt (mijn vader) en Henk van Schuppen. Zij namen mij mee naar de Lauwersmeer, de Eemshaven en de Oostvaardersplassen. Van hen leerde ik de “standaardsoorten” herkennen en met name van Henk leerde ik vogels te herkennen op geluid.

Het vogelen nam voor het eerst meer serieuze vormen aan met de waarneming van een Ringsnaveleend (toen nog Amerikaanse kuifeend) op de grote plas in het Mensinghebos in Roden. Deze Ringsnaveleend is de eerste soort op mijn Nederlandse lijst, je kunt slechter beginnen!

Vanaf 1987 ging ik Biologie studeren in Groningen. Toen Jo Ritzen in 1990 met het fantastische idee kwam om elke student een OV-jaarkaart te geven kon ik beginnen met “Twitchen”. Al op 2 januari 1991, één dag na de introductie van de OV-jaarkaart kon ik de Rotskruiper van Amsterdam bijschrijven. Aan het eind van januari gevolgd door de Koningseider van Harlingen.

Mijn afstudeeronderwerp betrof een onderzoek naar de demografie en het terreingebruik van de Bruine kiekendief. Ik deed veldonderzoek in het toen nog afgesloten Oostvaardersplassengebied en in het Krammer-Volkerak. Fantastisch was dat; 7 dagen per week buiten en naar vogels kijken! Morinelplevieren naast de auto, Velduilen op nog geen 10 meter en enorm veel rust. Er waren dagen dat je geen mens tegenkwam. Klein minpuntje was dat van de hobby, vogels kijken, weinig meer terecht kwam. De momenten dat ik niet met het veldwerk of de verwerking daarvan bezig was, wilde ik al die andere dingen doen die voor een begin twintiger belangrijk zijn. 

Het “Twitchen” wordt uitgebreid
In het najaar van 1999 ging het vogelen voor mij de volgende fase in. Mijn “bongeljaren” waren voorbij en vogels kijken begon weer mijn aandacht op te eisen. Ik kreeg een semafoon, in vogelaarskringen beter bekend als “pieper”. De pieper was een waarschuwingssysteem die vogelaars onderling gebruiken om schaarse en zeldzame soorten aan elkaar door te geven. De pieper bracht mij zowel rust als onrust. Rust omdat ik altijd op de hoogte was van zeldzaamheden in Nederland en niks hoefde te missen. Onrust omdat het regelmatig gebeurde dat een goede soort werd gemeld en ik niet weg kon. 

Een zwarte bladzijde
Begin 2000 voelde ik me niet zo lekker. Vaak last van de maag en de lage rug en steeds moe. Op 30 april ging ik samen met mijn vader naar de Maasvlakte en zag daar leuk de Baardgrasmus. Bij het Oostvoornse meer zagen, en bovenal hoorden, we korte tijd daarna een Cetti's zanger, een dubbelslag! Daarna reden we door naar Culemborg omdat daar een “zekere” Baltische mantelmeeuw werd gemeld. Op het pontje vlak voor de plaats waar de vogel zich zou bevinden kregen we de melding dat de meeuw weg was. Tijdens het wachten op de terugkeer van de vogel, wat overigens niet gebeurde, begon ik me echt beroerd te voelen. Bij thuiskomst naar de dokter, die het ook niet helemaal wist. Uiteindelijk in het ziekenhuis terecht gekomen op verdenking van chronische blinde darm ontsteking. Het ene onderzoek volgde op het andere en op 26 mei 2000 kwam het hoge woord eruit: een Non-Hodgkinlymfoom, kanker in mijn lymfestelsel! Mijn wereld stortte in, maar ik moest en wilde verder. Ellen was 7 maanden zwanger en ik wilde mijn kind zien opgroeien. Hemelvaartsdag 1 juni begon ik aan 6 chemokuren en twee autologe beenmergtransplantaties. Ondanks dat de kuren mij zwaar vielen mocht het resultaat er zijn. Ik overwon de kanker, kreeg een prachtige dochter en op vogelgebied stelde ik mij een doel: 400 soorten zien in Nederland.

2 oktober 2011
Het is 2 oktober 2011, de duinreep bij de Koog op Texel. Daar zit hij dan; soort 400, een Daurische klauwier! Mijn doelstelling is gehaald! Ik ben er een beetje confuus van. Er schiet van alles door mij heen, van pure vreugde tot een soort melancholisch gevoel en een stukje verdriet. Maar het gevoel van dankbaarheid overheerst, dankbaarheid dat ik het mag meemaken.

Hoe nu verder?
Met het behalen van mijn 400 soorten doelstelling viel ik in een klein gat. Tijd voor een nieuwe doelstelling; de magische grens van 450 soorten doorbreken. Daarnaast wil ik proberen zoveel mogelijk soorten zelf te ontdekken en van alle speciale vogels wil ik een foto (hoe beroerd ook) schieten.

31 december 2022
Het is zover! Mijn 450e soort is aanvaard. Het gaat om de Amerikaanse Zee-eend die ik 28 oktober 2022 op Schiermonnikoog zag (Een ver op Zee-eend (bitsonbirds.nl)). Ik kan me nog herinneren dat ik lang geleden een blaadje bij de Dutch Birding kreeg van de club 450 io (in oprichting). Lidmaatschap van die (virtuele) club leek destijds ver weg en nu ben ik zowaar lid van die club 450! Is mijn hobby daarmee beëindigd? Welnee, volgend doel is 475 soorten!
En zo gaat ie (volgorde op datum aanvaarding)..

nr. soort waarnemingsdatum gevolg
455 Grote tafeleend 03-06-2024 +1
454 Zwartkoprietzanger 01-03-2024 +1
453 Stormvogeltje 24-11-2023 +1
452 Kokardezaagbek (verwijderd van NL-lijst op 21-11-2023) 01-12-2007 -1
453 Groene Bijeneter 05-08-2023 +1
452 Siberische Waterpieper 12-02-2023 +1
451 Geelbrauwgors 21-10-2022 +1
450 Amerikaanse Zee-eend 28-10-2022 +1