Vrijdagmorgen 28 november 2014, rond een uur of tien. Zo'n 50 man (en vrouw) staan te blauwbekken in een weiland. Ze hebben allen een barre tocht achter de rug door het sompige weiland of door een winderig maisstoppelland. Wat doen ze daar? Ze hopen een glimp op te vangen van een uiterst zeldzaam vogeltje (of toch weer een escape?). De Afrikaanse Woestijngrasmus, een allemachtig lange naam voor een bleek klein vogeltje.
Het vogeltje was al een aantal dagen op de plek aanwezig, maar werd angstvallig stil gehouden. Er zouden te veel vogelaars op zo'n zeldzaamheid afkomen was de gedachte. Toen de vogel een paar dagen door de oorspronkelijke ontdekkers niet meer was gezien, werden de schitterende foto's gepubliceerd. Half twitchend Nederland zat kwijlend achter zijn beeldscherm. Die hadden we graag gezien. Zo graag zelfs dat een stel Don Quichotten het weidse weiland-landschap afstruinde in de hoop dat het vogeltje er nog zou zitten. En ze vonden hem! Op woensdag, en op vrijdag kon ik vrij nemen!
Vrijdagochtend ging ik dan ook vroeg op pad. Bij Amersfoort kreeg ik een 'piep in de rug', de vogel werd gezien. Kat in het bakkie! Niet dus, toen ik aankwam na mijn barre tocht door het weiland waren ze het vogeltje kwijt. Zoeken dus, voorwaar geen sinecure in zo'n weids landschap, veel slootjes en een allemachtig klein vogeltje. Groot was dan ook mijn vreugde dat iemand vlak bij mij in de buurt het vogeltje na zo'n dik half uur terug vond. Wat een plaatje (het vogeltje)! Na eerst wat vliegerig te zijn geweest (mogelijk ook door wat te opdringerige fotografen) ging het beestje vlak voor ons in de slootwal fourageren. Kippenvel!
En dan begint het weer... Is het wel een wilde? Het is een standvogel! Hij is wel tam! Maar ik heb een theorie. Het is een wilde. Waarom? Nou de Aziatische Woestijngrasmus, dat is wel een trekker, heeft de gewoonte om op te trekken met Woestijntapuiten, Die komen in hetzelfde gebied voor. Nu wil het geval dat in Oegstgeest een Witkruintapuit zit die in het zelfde gebied als de Afrikaanse Woestijngrasmus voor komt. Alphen aan de Rijn, Oegstgeest, hemelsbreed een kilometer of 15. Ik zeg appeltje, eitje!
Op de terugweg stop ik nog even in de Pampushaven. Helaas geen Kleine Topper, maar wel een schitterende man Ringsnaveleend en een Grote Zee-eend. Prima soorten om een goede dag af te sluiten.