Het is 5 mei. Ik loop met Ellen en de kinderen in het Gerendal in Limburg. Het is de laatste dag van onze mei-vakantie. Het is mooi hier en het weer is aangenaam. We zijn bijna aan het eind van onze wandeling als de pieper gaat...
Bruinkeelortolaan in het Lauwersmeer. Da's weer fraai! Zit ik een keer in het Zuiden van het land, valt de klapper in het Noorden. Ik leg me per direct bij de feiten neer en ga er vanuit dat ik deze enorme krent in de pap ga missen. We nuttigen een vlaai op een typisch Limburgs terras (met Chinese bediening...) en vertrekken, omdat onze vakantie er op zit, naar het Noorden.
Als we na een tijd bij Zwolle rijden, wordt de vogel nog steeds gemeld. Zou het dan toch nog mogen lukken? Tegen half zes zijn we thuis. Ik haal patat en overleg met Ellen. Ik ga het na de patat nog proberen. Snel zoek ik mijn spullen bijelkaar en vertrek. Onderweg bel ik pa. Als hij meewil moet hij klaar staan, dan pik ik hem op, hij wil mee.
We rijden met gezwinde spoed naar Lauwersoog. Om 19:00 zijn we vlak bij de vogel en wordt hij nog ter plaatse gepiept. Om 19:05 zien wij de vogel. Onverwacht, maar een gigantisch hoogetpunt.
5 dagen later, 10 mei.
Ik ben in de Eemshaven. Er zitten veel vogels, met name in de bosjes. Ik sta bij de singel van Kamstra als er een vogel aan komt vliegen en in de boom boven mij gaat zitten. Ik richt mijn kijker en, Ortolaan! Ik fotografeer de vogel en piep hem door. Helemaal top, 2 soorten ortolanen in 5 dagen!