April en mei zijn traditioneel de maanden dat de meeste vogels weer uit hun overwinteringsgebieden terugkomen. Zaak dus om te scoren deze maanden.
GANZEN TOT VALKEN
April begint goed met een Amerikaanse Wintertaling in de Ezumakeeg op de eerste van de maand. Als ik 14 mei op weg ben naar Schotland zie ik boven het Naardermeer een Purperreiger vliegen.
PATRIJZEN TOT STERNS
Een rondje Drenthe levert een roepende Kwartelkoning bij Buinerveen en een Kwartel op het Fochteloërveen op. Op roofvogelgebied gaat het goed, met op 30 april een Visarend en een Zwarte wouw over Terschelling. Op 19 mei vliegt er ook Zwarte wouw over ons huis. 26 mei zie ik als ik net achter het huis zit een Rode wouw overvliegen, gevolgd door een 5-tal Buizerden en een Boomvalk. Tijdens de Top of Holland Birding day op 12 mei zie ik heel hoog boven de Ezumakeeg een adulte Zeearend cirkelen. Ook op 12 mei zag ik de inmiddels traditionele ToH Morinelplevieren in de Bantpolder. Inmiddels ook een beetje standaard zijn de Steltkluten in de Onlanden. Maar ze blijven mooi! Tijdens de dip van de Bairds' strandloper op 18 mei is de troostprijs een mooie Witvleugelstern. Ik pak een staart mee van de Witwangstern-influx met 7 exemplaren op 27 mei bij Leutingewolde.
UILEN TOT GORZEN
Na enig gezoek ontdek ik op 18 april een mannetje en vrouwtje Beflijster bij het Fochteloërveen. De perfecte afsluiting van een dagje Lauwersmeer bleek op 22 april een Iberische tjiftjaf in Drachten. Tijdens een voorjaarsweekje op Terschelling kon ik naast een onverwachte Draaihals de daar al langer aanwezige Witbandkruisbekken meerdere keren bewondren. Na jaren van missers, lukt het me op Terschelling ook om weer eens een Engelse kwikstaart te zien.
