Maart begint als een trage vogelmaand. Het is te koud, met op 2 maart weer een hoop sneeuw. De kou duurt voort tot tenminste halverwege de maand. De enige voorjaarsboden die ik opmerk zijn de sneeuwklokjes in onze tuin, die vertwijfeld, en tegen beter weten in, hun best doen het lentegevoel te doen ontwaken.
Onze tuin zit nog vol met wintergasten als; Grote barmsijzen (ca. 80), Groenlingen (ca. 20), Putters (2) en Geelgorzen (ca. 30). Van enig voorjaarsgevoel bij deze vogels is vooralsnog niets te merken. De 2 Turkse tortels die in onze tuin huizen beginnen al wel wat lentecapriolen te vertonen, waarbij het mannetje het vrouwtje luid koerend het hof maakt.
Het is nog wel grappig te vermelden dat begin maart 2 Patrijzen volledig uit koers door de nieuwbouw achter ons huis vliegen.
17 maart
Na het werk rij ik nog even langs de VAM in Wijster om te kijken wat het meeuwenfront voor leuks brengt. Helaas is dit niets. Vlak voor de ingang staat wel een verpieterde Ooievaar te wachten op een lente die op haar beurt weer op zich laat wachten. De 2 tot 4 Kraanvogels die zich in de buurt schijnen op te houden kan ik niet vinden. Ook de Pestvogels die zich al een tijd in Assen ophouden willen zich niet aan mij vertonen.
19 maart
Vandaag even kort naar de 'Staainkoeln' (vuilnisbelt van Groningen) gereden. Tussen de alom aanwezige Zilvermeeuwen ontdek ik naast enkele Kleine mantelmeeuwen een 2e KJ Pontische meeuw. Voor ik de vogel op de foto kan krijgen vliegt echter de hele groep meeuwen op en kan ik de "Pont" niet weer vinden.
Omdat de meeuwen nu op een voor mij onzichtbare plek zijn gaan zitten, rij ik via het Hoornse meer (waar nog meer meeuwen zitten) naar het Zandgat in Beilen en zelfs nog verder naar de VAM in Wijster. Het levert allemaal bijzonder weinig op. Terug richting huis kom ik bij Lheebroek nog een Grote Zilverreiger tegen.